Tegenover de Ontwakende Slaaf staat de zogenaamde "Jonge Slaaf" Deze figuur, hoewel iets duidelijker afgelijnd, lijkt te bestaan in een wereld op zichzelf: met het gezicht begraven in de linkerarm en de rechter om de heupen geslagen. De opsluiting van het blok is smal en de licht gebogen knieën accentueren de contrapposto houding. Hier is een inzicht in de menselijke anatomie te zien door de gebogen lijnen van de biceps en de triceps die door de aard van de plooien wordt verzorgd.
De jonge slaaf heeft zijn benen licht gebogen; zijn linkerarm is opgeheven om zijn gezicht half te bedekken. Zijn rechterarm is gebogen en verborgen achter zijn rug waardoor er een spiraal ontstaat zoals bij Michelangelo's geschilderde Ignudi op het Sixtijnse plafond. Terwijl het bovenste deel van de figuur volledig is uitgewerkt uit het blok marmer, is het hoofd slechts spaarzaam gedefinieerd en zijn er overal gereedschapssporen, typerend voor Michelangelo's werkwijze met de beitel.
Een jeugdig gezicht dat net tevoorschijn komt, tegenover een krachtig lichaam. Michelangelo beitelde altijd van voren naar achteren, zoals te zien is in de jonge slaaf die worstelt om zich te bevrijden uit de steen, waar nog ruwe beitelsporen te zien zijn van grote tanden.